Bram Scholtens
Demonologie:
Een duivelse wetenschap?
Heksen & Tovenaars
Heksen en geesten, magie en tovenarij, allen zijn verdrongen naar de sprookjeshoek. Maar dit is niet altijd zo geweest. Met de opkomst van de Renaissance en de ontdekking van de werelden werd ook het bovennatuurlijke uitgediept. De duivel bestond al, zonder twijfel, maar hoe zat het met de rest? Als er engelen waren, zouden er dan ook gevallen engelen zijn? Demonen en geesten? De oorsprong van deze vragen op zich is al een interessant punt, maar waar dit essay over gaat is de nieuwe wereld achter deze gedachten. Demonologie is de studie van deze bovenmenselijke wezens en gedachten. Vooral de kerk, Protestants of Katholiek, ging direct in de verdediging wat bij de burgers resulteerde in een fobie voor alles wat ook maar een beetje vreemd was. Een slechte oogst betekende een vloek en een doodgeboren baby was een slecht voorteken. De eerste uiting van deze angsten zijn de bekende heksenvervolgingen. Vanaf de late middeleeuwen kruipt de angst voor heksen door Europa en menig alleenstaande, oude vrouw moest zich verdedigen tegen haar vrienden.
‘Therefore a wicked woman is by her nature quicker to waver in her faith, and consequently quicker to abjure the faith, which is the root of witchcraft.’
-Malleus Maleficarum
Realistisch?
De scheidslijn tussen het natuurlijke en bovennatuurlijke was in de 15e en 16e eeuw allesbehalve zeker en zorgde voor veel onzekerheid. De oude christelijke ideeën werden aangevallen door ‘de wetenschap’ en de wereld liet steeds meer van haar geheimen zien. In mijn essay wil ik dan ook onderzoeken of demonologie in de 15e en 16e eeuw gezien werd als wetenschap en in hoeverre de demonologen zich ook gedroegen als wetenschappers.De
grootschalige heksenjachten zijn wel bekend. De vrouwen die door heel Europa
vanaf het einde van de 15e eeuw, maar vooral vanaf 1580, beschuldigd
en veroordeeld werden van hekserij hebben meestal een gruwelijk einde gekend. Wat er onder hekserij verstaan werd kan ik het beste
omschrijven als interactie met bovennatuurlijke krachten en machten. Deze
werden dan gebruikt op de nietsvermoedende bevolking van Europa. Het feit dat
vrouwen het gros van de blaam op zich namen is interessant. Van de
veroordeelden was meer dan 80% vrouw. Waarom werd de vrouw zo snel gezien als
heks? In het boek Witchcraze gebruikt Barstow de uitleg van Reginald Scot:
‘Women which be commonly
old, lame, bleare-eied, pale, fowle, and full of wrinkles.’
De figuren die nu als demonoloog te boek staan hebben die titel om een hele andere verdiend dan in de 15e en 16e eeuw. Huidige praktiserenden zijn vaak geestendrijvers en mensen die claimen met doden te praten, het paragnost type. In de heksenperiode waren het juist hele nuchtere types, mensen die zich altijd vasthielden aan een vorm van fundamentalisme, zij het de kerk of de wetenschap.Het idee van demonologie als wetenschap is voor ons misschien ver te zoeken. Dit is logisch en is gebaseerd op de ontdekkingen sinds de Wetenschappelijke Revolutie. In de drie eeuwen daarvoor was het alleen een heel ander verhaal. Europa dat met de Religieoorlogen van 1618-1648, Reformatie en als gevolg de Contrareformatie haar fundament als katholiek fundament verloor maakte die ‘andere’ dimensie heel wat mogelijker, want twijfel over God, en dus de duivel, was er desalniettemin niet. Als we het wetenschappelijk moeten formuleren is demonologie de studie van de natuurlijke orde, waarbinnen de plek van demonische acties en effecten werd gezocht. Met de aanname van het bestaan van demonen en aanhang kan op basis van een hypothese best een onderzoek gestart worden. Helemaal in die tijd was het waarschijnlijk net zo obscuur als een onderzoek naar de sterren en het heelal. Voor het werk van Galileo Galilei hebben wij nu veel respect en is hij een voorbeeld voor onderzoekers. Maar dit komt puur doordat hij uiteindelijk gelijk had. Mislukte onderzoekers worden niet geëerd. Dit maakt ze alleen niet minder onderzoeker. Zij gingen in de 15e en 16e eeuw op zoek naar meer kennis, tastend in het duister van de geestelijke wereld met de vragen of die demonische krachten effect hadden op ons leven, of met de vraag of heksen konden transformeren?
De figuren die nu als demonoloog te boek staan hebben die titel om een hele andere verdiend dan in de 15e en 16e eeuw. Huidige praktiserenden zijn vaak geestendrijvers en mensen die claimen met doden te praten, het paragnost type. In de heksenperiode waren het juist hele nuchtere types, mensen die zich altijd vasthielden aan een vorm van fundamentalisme, zij het de kerk of de wetenschap.Het idee van demonologie als wetenschap is voor ons misschien ver te zoeken. Dit is logisch en is gebaseerd op de ontdekkingen sinds de Wetenschappelijke Revolutie. In de drie eeuwen daarvoor was het alleen een heel ander verhaal. Europa dat met de Religieoorlogen van 1618-1648, Reformatie en als gevolg de Contrareformatie haar fundament als katholiek fundament verloor maakte die ‘andere’ dimensie heel wat mogelijker, want twijfel over God, en dus de duivel, was er desalniettemin niet. Als we het wetenschappelijk moeten formuleren is demonologie de studie van de natuurlijke orde, waarbinnen de plek van demonische acties en effecten werd gezocht. Met de aanname van het bestaan van demonen en aanhang kan op basis van een hypothese best een onderzoek gestart worden. Helemaal in die tijd was het waarschijnlijk net zo obscuur als een onderzoek naar de sterren en het heelal. Voor het werk van Galileo Galilei hebben wij nu veel respect en is hij een voorbeeld voor onderzoekers. Maar dit komt puur doordat hij uiteindelijk gelijk had. Mislukte onderzoekers worden niet geëerd. Dit maakt ze alleen niet minder onderzoeker. Zij gingen in de 15e en 16e eeuw op zoek naar meer kennis, tastend in het duister van de geestelijke wereld met de vragen of die demonische krachten effect hadden op ons leven, of met de vraag of heksen konden transformeren?
Conclusie
Met de onzekerheid van de periode kwam de angst voor duivelse krachten en de inmenging van de duivel, want was het christelijke geloof wel sterk genoeg om dat te weerstaan? De mensen gingen zelf het heft in handen nemen en gingen massaal over op de aanval. Een heks teveel kon zorgen voor rampspoed in het goddelijke gevecht met het kwaad. De inzet van de katholieke kerk met de bul van de paus zorgde voor een versteviging van de heksenjacht, waarbij officiële inquisiteurs een vorm van authenticiteit aan gebeurtenissen te geven. Allemaal wisten de brede geesten van die tijd er wel
iets over te vinden, maar niemand vond het idee van demonische krachten zo
absurd dat het belachelijk werd gemaakt. Dit laat ook zien dat de context van
de tijd respect had voor wat er al dan niet tussen hemel en aarde hing. De
christelijke traditie waar de westerse wereld nog steeds op gebaseerd is zorgde
voor een diepe interesse. Als men de realiteit van God en de engelen aanvaarde
en de kracht die daarbij kwam accepteerde, dan is de duivelse kracht ook ineens
een reële mogelijkheid die in een onrustige periode veel teweegbracht.
Op de vraag of demonologie een wetenschap was kun je met de huidige kennis gerust nee zeggen. Als je het in de context van de tijd plaatst met alle onbekendheden dan is het antwoord misschien wel ja. Je kunt misschien proberen een precieze definitie gaan formuleren voor wetenschap in de 15e en 16e eeuw, maar met alle subjectiviteit en anachronismen wordt dat erg ingewikkeld. Demonologie was een interesse die de fascinatie had van sommige van de besten uit die tijd en kreeg door middel van de levendige hekserijen de waan van wetenschap, oftewel de legitimiteit.
Op de vraag of demonologie een wetenschap was kun je met de huidige kennis gerust nee zeggen. Als je het in de context van de tijd plaatst met alle onbekendheden dan is het antwoord misschien wel ja. Je kunt misschien proberen een precieze definitie gaan formuleren voor wetenschap in de 15e en 16e eeuw, maar met alle subjectiviteit en anachronismen wordt dat erg ingewikkeld. Demonologie was een interesse die de fascinatie had van sommige van de besten uit die tijd en kreeg door middel van de levendige hekserijen de waan van wetenschap, oftewel de legitimiteit.
Bibliografie:
Barstow, Anne L. Witchcraze: A New History of the European Witch Hunts. San Francisco: Pandora, 1994.
Clark, Stuart. Thinking With Demons: The Idea of Witchcraft in Early Modern Europe. Oxford: Clarendon Press, 1997.
Levack, Brian P, editor. New Perspectives on Witchcraft, Magic and Demonology: Volume 1, Demonology, Religion, and Witchraft. New York: Routledge, 2001.
Maggi, Armando. Satan’s Rhetoric: A study of Renaissance Demonology. Chicago: University of Chicago Press, 2001.
Pearl, Jonathan L. The Crime of Crimes: Demonology and Politics in France, 1560-1620. Waterloo, Ontario: Wilfrid Laurier University Press, 1999.
Roper, Lyndal. Oedipus & the Devil: Witchcraft, sexuality and religion in early modern Europe. New York: Routledge, 1994.
Sarton, George. Six Wings: Men of Science in the Renaissance. London: Indiana University Press, 1957.
Afbeeldingen (chronologisch):
http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/5/54/Nachtmahr_%28Abildgaard%29.jpg/250px-Nachtmahr_%28Abildgaard%29.jpg
http://heksen.spirituelejongeren.nl/images/penta.jpg
http://www.vertaalbureau-perfect.nl/wp-content/uploads/2012/02/FokSukWetenschap.gif
http://static.ddmcdn.com/gif/inquisition-wheel.jpg