Inleiding
'Bookshelves', van Giuseppe Maria Crespi
"Toen bekend werd gemaakt dat de Bibliotheek alle boeken omvatte, was het eerste gevoel er een van buitensporig geluk. Alle mensen voelden zich de baas van een ongeschonden, geheime schat. Er was geen persoonlijk of mondiaal probleem waarvoor geen welsprekende oplossing bestond."
Uit: De Bibliotheek van Babel, Jorge Luis Borges
Dit fragment is afkomstig uit een kort filosofisch verhaal van de Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges. In dit verhaal, genaamd De Bibliotheek van Babel, schrijft hij over een bibliotheek die zich uitstrekt over het hele universum en die alle mogelijke boeken bevat. Hoewel dit in het echt natuurlijk niet mogelijk is, weet Borges in dit citaat toch heel goed het doel van een bibliotheek te vangen: kennis verzamelen om de mens op een praktische manier te dienen. Dankzij kennis over veel verschillende onderwerpen begrijpt de mens zichzelf en de wereld beter. Ook kunnen dagelijkse bezigheden, zoals het handhaven van de orde of het besturen van een stad, beter uitgevoerd worden. Dat kennis inderdaad een zeer praktisch doel had voor de mensen in het verleden, zullen verderop in dit onderzoek terugzien.
Als het gaat om het verzamelen van deze kennis, is een bibliotheek natuurlijk heel belangrijk. In een bibliotheek slaat de mens kennis op, die hij als belangrijk beschouwt. Om de kennis die men in het verleden belangrijk vond te onderzoeken, heb ik vier bibliotheken uitgekozen. Ze zijn allevier tot stand gekomen in de vroegmoderne tijd, die ik laat lopen van 1450 tot 1789. Deze vier bibliotheken zijn de Bibliotheca Apostolica Vaticana in het Vaticaan (Rome), de Bibliotheca Medicea Laurentiana in Florence, de Bibliotheca Mazarini in Parijs en de Bibliotheca Corviniana in Boedapest.
Een belangrijke cultuurhistorische term die toegepast kan worden op de collecties van bibliotheken, is het outillage mental van de Franse historicus Lucien Febvre. Outillage mental betekent letterlijk ‘mentaal gereedschap’. Deze ‘gereedschapskist’, die verzameld werd in de bibliotheken, gebruikte men om de wereld beter te begrijpen. Dit is een beetje te vergelijken met het slijpen van een zwaard. Zoals een slijpsteen gebruikt wordt om een zwaard scherp te maken, zo gebruikt men boeken om de geest aan te scherpen.
Het onderzoeken van het outillage mental van de vroegmoderne mens is belangrijk, omdat in de vroegmoderne tijd de grondslagen voor onze huidige, moderne samenleving werden gelegd. Veel van de literatuur die men destijds verzamelde (poëzie, filosofie, rechten, geschiedschrijving, etc.) is nog steeds aanwezig in ons canon van klassieke literatuur. Wanneer we dus meer willen weten over de grondslagen van onze beschaving en de herkomst van ons culturele en intellectuele erfgoed, is onderzoek naar vroegmoderne bibliotheken zeer relevant.
Hoewel dit onderzoek voornamelijk leunt op secundaire literatuur (boeken en artikelen uit latere perioden, die gaan over de vroegmoderne tijd), is er een aantal primaire bronnen gebruikt (teksten die geschreven zijn in de vroegmoderne tijd). Het betreft twee traktaten van de Franse bibliothecaris Gabriël Naudé (1600-1653), die voor kardinaal Mazarin in Parijs een uitgebreide bibliotheek aanlegde. In deze teksten geeft hij adviezen voor het verzamelen van een bibliotheekcollectie en doet hij verslag van de collectie die hij zelf had aangelegd. Ze waren bedoeld voor een algemeen intellectueel publiek, met de bedoeling aanwijzingen te geven voor het aanleggen van een uitgebreide en openbare wetenschappelijke bibliotheek.
De onderzoeksvraag die centraal staat in dit onderzoek is: Wat was de aard van het outillage mental dat de vroegmoderne bibliotheekeigenaar probeerde te verzamelen en uit welke kennis bestond deze ‘mentale gereedschapskist’?
Uit: De Bibliotheek van Babel, Jorge Luis Borges
Dit fragment is afkomstig uit een kort filosofisch verhaal van de Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges. In dit verhaal, genaamd De Bibliotheek van Babel, schrijft hij over een bibliotheek die zich uitstrekt over het hele universum en die alle mogelijke boeken bevat. Hoewel dit in het echt natuurlijk niet mogelijk is, weet Borges in dit citaat toch heel goed het doel van een bibliotheek te vangen: kennis verzamelen om de mens op een praktische manier te dienen. Dankzij kennis over veel verschillende onderwerpen begrijpt de mens zichzelf en de wereld beter. Ook kunnen dagelijkse bezigheden, zoals het handhaven van de orde of het besturen van een stad, beter uitgevoerd worden. Dat kennis inderdaad een zeer praktisch doel had voor de mensen in het verleden, zullen verderop in dit onderzoek terugzien.
Als het gaat om het verzamelen van deze kennis, is een bibliotheek natuurlijk heel belangrijk. In een bibliotheek slaat de mens kennis op, die hij als belangrijk beschouwt. Om de kennis die men in het verleden belangrijk vond te onderzoeken, heb ik vier bibliotheken uitgekozen. Ze zijn allevier tot stand gekomen in de vroegmoderne tijd, die ik laat lopen van 1450 tot 1789. Deze vier bibliotheken zijn de Bibliotheca Apostolica Vaticana in het Vaticaan (Rome), de Bibliotheca Medicea Laurentiana in Florence, de Bibliotheca Mazarini in Parijs en de Bibliotheca Corviniana in Boedapest.
Een belangrijke cultuurhistorische term die toegepast kan worden op de collecties van bibliotheken, is het outillage mental van de Franse historicus Lucien Febvre. Outillage mental betekent letterlijk ‘mentaal gereedschap’. Deze ‘gereedschapskist’, die verzameld werd in de bibliotheken, gebruikte men om de wereld beter te begrijpen. Dit is een beetje te vergelijken met het slijpen van een zwaard. Zoals een slijpsteen gebruikt wordt om een zwaard scherp te maken, zo gebruikt men boeken om de geest aan te scherpen.
Het onderzoeken van het outillage mental van de vroegmoderne mens is belangrijk, omdat in de vroegmoderne tijd de grondslagen voor onze huidige, moderne samenleving werden gelegd. Veel van de literatuur die men destijds verzamelde (poëzie, filosofie, rechten, geschiedschrijving, etc.) is nog steeds aanwezig in ons canon van klassieke literatuur. Wanneer we dus meer willen weten over de grondslagen van onze beschaving en de herkomst van ons culturele en intellectuele erfgoed, is onderzoek naar vroegmoderne bibliotheken zeer relevant.
Hoewel dit onderzoek voornamelijk leunt op secundaire literatuur (boeken en artikelen uit latere perioden, die gaan over de vroegmoderne tijd), is er een aantal primaire bronnen gebruikt (teksten die geschreven zijn in de vroegmoderne tijd). Het betreft twee traktaten van de Franse bibliothecaris Gabriël Naudé (1600-1653), die voor kardinaal Mazarin in Parijs een uitgebreide bibliotheek aanlegde. In deze teksten geeft hij adviezen voor het verzamelen van een bibliotheekcollectie en doet hij verslag van de collectie die hij zelf had aangelegd. Ze waren bedoeld voor een algemeen intellectueel publiek, met de bedoeling aanwijzingen te geven voor het aanleggen van een uitgebreide en openbare wetenschappelijke bibliotheek.
De onderzoeksvraag die centraal staat in dit onderzoek is: Wat was de aard van het outillage mental dat de vroegmoderne bibliotheekeigenaar probeerde te verzamelen en uit welke kennis bestond deze ‘mentale gereedschapskist’?
De vier bibliotheken
Leeszaal van de Bibliotheca Medicea Laurentiana
De Bibliotheca Apostolica Vaticana, die in 1451 werd opgericht door paus Nicolaas V en door paus Sixtus IV sterk werd uitgebreid, had een zeer veelzijdige collectie. De bibliotheek was bedoeld als openbare bibliotheek voor theologen en wetenschappers. De collectie rust op drie ‘pijlers’. Ten eerste het theologische gedeelte van de collectie. Dit is heel logisch, aangezien het Vaticaan een religieuze instelling was is. De tweede pijler wordt gevormd door de zogenaamde ‘humanistische’ teksten en klassieke Griekse en Latijnse literatuur. Het humanisme was een literaire en intellectuele stroming, die hand in hand ging met de Renaissance. Met de Renaissance bedoelen we de hernieuwde interesse voor de klassieke Griekse en Romeinse cultuur, die in de 14de en 15de optrad. Het humanisme streefde ernaar elke vorm van kennis te baseren op de literatuur en de cultuur van de klassieke oudheid. De derde pijler van de Vaticaanse bibliotheek was een pragmatische. Men verzamelde ook veel literatuur over onderwerpen, die je niet zou verwachten bij een religieuze instelling. Voorbeelden hiervan zijn de exacte wetenschappen en niet-westerse talen. Waarom deed men dit? Men verzamelde literatuur over deze onderwerpen, om de kennis te kunnen gebruiken en toepassen in de wereld. Kennis diende de heersers; het werd een ‘gereedschap’ in de meest praktische zin van het woord.
De Bibliotheca Medicea Laurentiana, die in 1571 door Guilio de’ Medici werd ondergebracht in de San Lorenzo-basiliek te Florence, was het schoolvoorbeeld van een Renaissance-bibliotheek. De basis voor de collectie werd in de vorige eeuw al gelegd in de bibliotheken van de humanist Niccolò Niccoli en de beroemde heerser Cosimo de’ Medici, stichter van Medici-heersersgeslacht. De Laurentiaanse bibliotheek past goed binnen de Renaissance, omdat men in de collectie klassieke literatuur uit de Oudheid en wetenschappelijke humanistische geschriften samenbracht. Bovendien is de bibliotheek met zijn humanistische collectie een belangrijke drijfveer geweest voor de ontwikkeling van de Renaissance in Noord-Italië. Onderwerpen waarin men geïnteresseerd was, waren poëzie, filosofie, medicijnen, astronomie en geschiedenis. Dit alles naar klassieke voorbeelden.
De Bibliotheca Mazarini, oorspronkelijk de privécollectie van de Franse kardinaal Mazarin, werd in 1643 opengesteld voor het wetenschappelijke publiek. Gabriël Naudé wist de collectie uit te breiden tot een indrukwekkende 40.000 boeken en 850 manuscripten. Hij streefde ernaar om van de Mazariniaanse bibliotheek een universele, zeer complete en openbare bibliotheek te maken. Hier lijkt hij in te zijn geslaagd, want de collectie was sterk in heel veel verschillende onderwerpen en wetenschappelijke disciplines. Er is een drietal onderwerpen dat naar voren springt. Het gaat om de rechtsliteratuur, literatuur van de (exacte) wetenschappen en theologische literatuur. Deze laatste categorie uit zich in een grote collectie Bijbels in alle talen en een grote verzameling protestantse (‘ketterse’) literatuur. Dit weerspiegelt de tolerante geest van bibliothecaris Gabriël Naudé.
De Bibliotheca Corviniana was de privébibliotheek van de Hongaarse koning Matthias I Corvinus (1443-1490). Tijdens zijn opvoeding werd Matthias gedrenkt in een moderne, humanistische geest, en zijn fascinatie voor kennis en teksten uit de Oudheid komt dan ook niet uit de lucht vallen. Hij was ook een bibliofiel, wat betekent dat hij erg gesteld was op mooi versierde boeken en handschriften. De Corviniaanse bibliotheek omvatte tijdens zijn hoogtepunt, rond 1490, tussen de 2500 en 3000 manuscripten en boeken. Het was daarmee na de Bibliotheca Vaticana Apostolica de grootste bibliotheek van Europa. De collectie bestond voor twee derde uit humanistische en wetenschappelijke literatuur. Binnen deze categorie was er veel aandacht voor geschiedkundige en filosofische geschriften, maar Matthias Corvinus was ook erg geïnteresseerd in de astronomie en astrologie. Dit had weer een praktische reden. Door middel van kennis van de hemellichamen (astronomie), dacht men de toekomst te kunnen voorspellen (astrologie). Dit kon voor Matthias, een wereldlijk heerser, grote voordelen hebben. Hier is weer die pragmatische toepassing van kennis te zien; kennis diende de mens.
De Bibliotheca Medicea Laurentiana, die in 1571 door Guilio de’ Medici werd ondergebracht in de San Lorenzo-basiliek te Florence, was het schoolvoorbeeld van een Renaissance-bibliotheek. De basis voor de collectie werd in de vorige eeuw al gelegd in de bibliotheken van de humanist Niccolò Niccoli en de beroemde heerser Cosimo de’ Medici, stichter van Medici-heersersgeslacht. De Laurentiaanse bibliotheek past goed binnen de Renaissance, omdat men in de collectie klassieke literatuur uit de Oudheid en wetenschappelijke humanistische geschriften samenbracht. Bovendien is de bibliotheek met zijn humanistische collectie een belangrijke drijfveer geweest voor de ontwikkeling van de Renaissance in Noord-Italië. Onderwerpen waarin men geïnteresseerd was, waren poëzie, filosofie, medicijnen, astronomie en geschiedenis. Dit alles naar klassieke voorbeelden.
De Bibliotheca Mazarini, oorspronkelijk de privécollectie van de Franse kardinaal Mazarin, werd in 1643 opengesteld voor het wetenschappelijke publiek. Gabriël Naudé wist de collectie uit te breiden tot een indrukwekkende 40.000 boeken en 850 manuscripten. Hij streefde ernaar om van de Mazariniaanse bibliotheek een universele, zeer complete en openbare bibliotheek te maken. Hier lijkt hij in te zijn geslaagd, want de collectie was sterk in heel veel verschillende onderwerpen en wetenschappelijke disciplines. Er is een drietal onderwerpen dat naar voren springt. Het gaat om de rechtsliteratuur, literatuur van de (exacte) wetenschappen en theologische literatuur. Deze laatste categorie uit zich in een grote collectie Bijbels in alle talen en een grote verzameling protestantse (‘ketterse’) literatuur. Dit weerspiegelt de tolerante geest van bibliothecaris Gabriël Naudé.
De Bibliotheca Corviniana was de privébibliotheek van de Hongaarse koning Matthias I Corvinus (1443-1490). Tijdens zijn opvoeding werd Matthias gedrenkt in een moderne, humanistische geest, en zijn fascinatie voor kennis en teksten uit de Oudheid komt dan ook niet uit de lucht vallen. Hij was ook een bibliofiel, wat betekent dat hij erg gesteld was op mooi versierde boeken en handschriften. De Corviniaanse bibliotheek omvatte tijdens zijn hoogtepunt, rond 1490, tussen de 2500 en 3000 manuscripten en boeken. Het was daarmee na de Bibliotheca Vaticana Apostolica de grootste bibliotheek van Europa. De collectie bestond voor twee derde uit humanistische en wetenschappelijke literatuur. Binnen deze categorie was er veel aandacht voor geschiedkundige en filosofische geschriften, maar Matthias Corvinus was ook erg geïnteresseerd in de astronomie en astrologie. Dit had weer een praktische reden. Door middel van kennis van de hemellichamen (astronomie), dacht men de toekomst te kunnen voorspellen (astrologie). Dit kon voor Matthias, een wereldlijk heerser, grote voordelen hebben. Hier is weer die pragmatische toepassing van kennis te zien; kennis diende de mens.
Conclusie
Kardinaal Mazarin in zijn paleis, van Robert Nanteuil
De vier onderzochte bibliotheken kunnen grofweg in twee categorieën verdeeld worden. De Bibliotheca Apostolica Vaticana en de Bibliotheca Mazarini zijn zeer complete bibliotheken, met aandacht voor vrijwel alle onderwerpen, en in het bijzonder de theologische literatuur. De Bibliotheca Medicea Laurentiana en de Bibliotheca Corviniana zijn meer humanistische en specifieke bibliotheken, waarin het accent ligt op de klassieke literatuur en de (exacte) wetenschap.
De verschillen tussen de bibliotheken kunnen worden verklaard aan de hand van de historische achtergrond, de eigenaar of oprichter en het doel dat men met de collectie voor ogen had. De zeer complete en alomvattende collecties van de Vaticaanse en Mazariniaanse bibliotheken kunnen worden verklaard met hun functie als openbare academische bibliotheken. De pragmatische oriëntatie van de Vaticaanse en Corviniaanse bibliotheken is te verklaren aan de hand van de wereldlijke levenshouding van de oprichters en verzamelaars. Ze wensten kennis toe te passen in de wereld; kennis werd een mentaal gereedschap in de meest praktische zin van het woord. Het humanistische karakter van de Laurentiaanse bibliotheek kan worden verklaard aan de hand van de locatie van Florence in het hart van de Italiaanse Renaissance en de humanistische levenshouding van Cosimo de' Medici.
Het antwoord op de hoofdvraag van dit onderzoek luidt als volgt. Op grond van de vier onderzochte bibliotheken zou ik het outillage mental, dat de vroegmoderne boekverzamelaar probeerde te verzamelen, willen omschrijven als humanistisch, tolerant en praktisch georiënteerd. Kennis uit bibliotheken was niet langer alleen iets voor de elite; het werd nu ten dienste van de machtslieden en academici gesteld. Qua onderwerpen en disciplines bestond het vroegmoderne outillage mental uit klassieke kennis uit Griekse en Latijnse geschriften, theologie, filosofie, geschiedenis, medicijnen en astronomie.
Met name de praktische reden om kennis te verzamelen is iets dat goed aansluit bij de Renaissance, het prille begin van de moderne tijd en de moderne samenleving. Het ten dienste stellen van kennis aan heersers en het openbaar maken van bibliotheken getuigt van toegenomen pragmatisme. En zo komen we weer uit bij de Bibliotheek van Jorge Luis Borges, die oplossingen voor alle problemen bevatte en voor iedereen toegankelijk was.
T.H.
De verschillen tussen de bibliotheken kunnen worden verklaard aan de hand van de historische achtergrond, de eigenaar of oprichter en het doel dat men met de collectie voor ogen had. De zeer complete en alomvattende collecties van de Vaticaanse en Mazariniaanse bibliotheken kunnen worden verklaard met hun functie als openbare academische bibliotheken. De pragmatische oriëntatie van de Vaticaanse en Corviniaanse bibliotheken is te verklaren aan de hand van de wereldlijke levenshouding van de oprichters en verzamelaars. Ze wensten kennis toe te passen in de wereld; kennis werd een mentaal gereedschap in de meest praktische zin van het woord. Het humanistische karakter van de Laurentiaanse bibliotheek kan worden verklaard aan de hand van de locatie van Florence in het hart van de Italiaanse Renaissance en de humanistische levenshouding van Cosimo de' Medici.
Het antwoord op de hoofdvraag van dit onderzoek luidt als volgt. Op grond van de vier onderzochte bibliotheken zou ik het outillage mental, dat de vroegmoderne boekverzamelaar probeerde te verzamelen, willen omschrijven als humanistisch, tolerant en praktisch georiënteerd. Kennis uit bibliotheken was niet langer alleen iets voor de elite; het werd nu ten dienste van de machtslieden en academici gesteld. Qua onderwerpen en disciplines bestond het vroegmoderne outillage mental uit klassieke kennis uit Griekse en Latijnse geschriften, theologie, filosofie, geschiedenis, medicijnen en astronomie.
Met name de praktische reden om kennis te verzamelen is iets dat goed aansluit bij de Renaissance, het prille begin van de moderne tijd en de moderne samenleving. Het ten dienste stellen van kennis aan heersers en het openbaar maken van bibliotheken getuigt van toegenomen pragmatisme. En zo komen we weer uit bij de Bibliotheek van Jorge Luis Borges, die oplossingen voor alle problemen bevatte en voor iedereen toegankelijk was.
T.H.
Geselecteerde bibliografie
Borges, Jorge Luis. De Aleph en andere verhalen. Amsterdam: De Bezige Bij, 2010.
Clarke, Jack A. Gabriel Naudé, 1600-1653. Hamden: Archon Books, 1970.
Csapodi, Csaba. The Corvinian Library: History and Stock. Boedapest:
Akadémiai Kiadó, 1973.
Grafton, Anthony Thomas. Rome Reborn: Vatican Library & Renaissance Culture.
New Haven: Yale University Press, 1993.
Naudé, Gabriël. Instructions concerning erecting of a library presented to my lord, the President De Mesme. Parijs: 1627.
Naudé, Gabriël. News from France. Or, a description of the library of Cardinall Mazarini: before it was utterly ruined. Bewerkt door John Evelyn. Londen: 1661.
Ullman, Bertold L. en Philip Austin Stadter. Public library of Renaissance Florence. Padua: Editrice Antenore, 1972.
Clarke, Jack A. Gabriel Naudé, 1600-1653. Hamden: Archon Books, 1970.
Csapodi, Csaba. The Corvinian Library: History and Stock. Boedapest:
Akadémiai Kiadó, 1973.
Grafton, Anthony Thomas. Rome Reborn: Vatican Library & Renaissance Culture.
New Haven: Yale University Press, 1993.
Naudé, Gabriël. Instructions concerning erecting of a library presented to my lord, the President De Mesme. Parijs: 1627.
Naudé, Gabriël. News from France. Or, a description of the library of Cardinall Mazarini: before it was utterly ruined. Bewerkt door John Evelyn. Londen: 1661.
Ullman, Bertold L. en Philip Austin Stadter. Public library of Renaissance Florence. Padua: Editrice Antenore, 1972.
Bronnen
Afbeelding in de header: ‘De Bibliothecaris’, van Giuseppe Arcimboldo
Bron: http://www.wga.hu/art/a/arcimbol/4composi/5librari.jpg
Bron ‘Bookshelves’, van Giuseppe Maria Crespi:
http://www.wga.hu/art/c/crespi/giuseppe/bookshel.jpg
Bron foto ‘Leeszaal van de Bibliotheca Medicea Laurentiana’:
http://www.wga.hu/art/m/michelan/5archite/early/3bibliot.jpg
Bron ‘Kardinaal Mazarin in zijn paleis’, van Robert Nanteuil:
http://www.wga.hu/art/n/nanteuir/mazarin.jpg
Bron: http://www.wga.hu/art/a/arcimbol/4composi/5librari.jpg
Bron ‘Bookshelves’, van Giuseppe Maria Crespi:
http://www.wga.hu/art/c/crespi/giuseppe/bookshel.jpg
Bron foto ‘Leeszaal van de Bibliotheca Medicea Laurentiana’:
http://www.wga.hu/art/m/michelan/5archite/early/3bibliot.jpg
Bron ‘Kardinaal Mazarin in zijn paleis’, van Robert Nanteuil:
http://www.wga.hu/art/n/nanteuir/mazarin.jpg